Het Fytocentrum, Tynaarlo
/

praktijk voor natuurgeneeskunde

NIEUW:    Vita - K - Meter

Dr. Cees Vermeer, wetenschappelijk directeur Arts Health Care
R&D Group VitaK, Universiteit Maastricht:

 

"Voor het geven van adequate voorlichting en het stellen van de juiste diagnose is het belangrijk een snelle point-of-care test te hebben waarmee de eerstelijns geneeskunde de vitamine K status van de patiënt kan inschatten. R&D Group VitaK heeft een aantal van deze apparaten in ontwikkeling, en de zojuist uitgebrachte Vita K Meter is de eerste in deze lijn. De Vita K Meter berust op het principe van de versnelde plethysmografie (APG), dat is de versnelling van de bloedstroom in de arteriolen die veroorzaakt wordt door de hartslag. Hoe groter de versnelling, des te stijver de grote vaten (aorta) zullen zijn. Hieruit kan de vitamine K behoefte, en het risico op vitamine K insufficiëntie worden afgeleid. Omdat de werking van de Vita K Meter gebaseerd is op de vaatkarakteristieken (compliantie en distensibiliteit) is niet te verwachten dat een verandering van leefwijze snelle veranderingen zal laten zien in de uitslag. Het grote voordeel van de Vita K Meter is dat deze werkt op basis van een lichtstraal (er hoeft dus geen bloed geprikt te worden, het apparaat is volledig niet-invasief). Daarmee is het geschikt voor brede toepassing in de eerste lijn, niet alleen voor huisartsen en therapeuten maar ook voor diëtisten, fysiotherapeuten, e.d.


De vraag hoeveel vitamine K we nodig hebben om ook de extra-hepatische behoefte te dekken hangt samen met het feit dat er twee vormen zijn van vitamine K: phylloquinon (ook bekend als vitamine K1) en menaquinon (vitamine K2). Op dit moment maakt de Europese gezondheidsautoriteit EFSA nog geen onderscheid tussen die twee, en dat is onterecht. Vitamine K1 wordt het gemakkelijkst opgenomen en verbruikt in de lever, terwijl vitamine K2 beter oplost in LDL en op die wijze naar de andere weefsels getransporteerd kan worden. Omdat in de lever de stollingsfactoren gemaakt worden, is er dus sprake van een zekere voorkeur voor het gebruik van vitamine K1 bij de aanmaak van deze eiwitten. Maar bij gebrek aan K1 kan deze rol worden overgenomen door vitamine K2. Immers: ook alle menaquinonen worden eerst naar de lever getransporteerd vóór ze bij andere organen terecht komen. Maar omdat K2 makkelijker ingebouwd wordt in LDL, komt het wat beter bij botten en vaatwand. Het gaat echter om een gradueel verschil. In de verschillende weefsels zijn de vitamines K1 en K2 cofactor voor hetzelfde enzym: gammaglutamate carboxylase, ook bekend als GGCX. De kinetische constanten (K M en Vmax) verschillen een beetje, waardoor de hogere menaquinonen (MK-7 t/m MK-10) efficiënter gebruikt worden bij lage inname.

In een uitgebreid dosis-respons onderzoek hebben de onderzoekers gevonden dat bij de inname van 180 microgram vitamine K2 per dag ook de extra-hepatische eiwitten osteocalcine en MGP volledig actief zijn. Zij stellen daarom voor om de richtlijnen als volgt aan te scherpen: vitamine K1 90 microgram per dag, vitamine K2 180 microgram per dag. Dit was ook de dosis die aantoonbaar tot verbeterde elasticiteit van de bloedvaten leidde. Zoals hieronder zal worden uitgelegd zijn dit hoeveelheden die eenvoudig via de voeding kunnen worden bereikt.

Vitamine K1 is van plantaardige oorsprong. Het vormt een onderdeel van de chloroplasten (bladgroenkorrels) waar het betrokken is bij de elektronenoverdracht in de ademhalingsketen. In ons voedsel vinden we vitamine K1 dus vooral in groene groenten zoals spinazie, boerenkool, spruitjes en broccoli. Lage hoeveelheden zitten ook in producten van gras etende dieren (zuivel, vlees). Wanneer we twee maal per week een flinke portie groene groenten eten, dan is de gemiddelde vitamine K1 consumptie omstreeks 90 microgram per dag. Dat is voldoende. Vitamine K2 wordt gemaakt door bacteriën. We vinden het dus vooral in sommige gefermenteerde producten, zoals kaas en kwark. De bacteriën die gebruikt worden om de verkazing te starten (lactococcen) maken de vitamine K2. Yoghurt is ook een gefermenteerd melkproduct maar door het gebruik van andere bacteriestammen bevat dit geen vitamine K2. Het zijn vooral de harde Hollandse kazen waarin vitamine K2 zit, en niet in zachte kaas zoals Brie of Mozzarella. Het vetgehalte van de kaas of kwark maakt niet zo heel veel uit. Daarom is vooral magere kwark een uitstekend product. Als we dagelijks kaas op brood eten (100-150 gram per dag), en als toetje yoghurt en vla vervangen door kwark (bijvoorbeeld 300 gram), dan is daarmee de behoefte aan vitamine K2 gedekt. Indien het niet lukt om de voedingsgewoonten (blijvend) te verbeteren, wordt aangeraden een voedingssupplement te overwegen.